Misdaad in het Donker

Text
From the series: Een Lacey Doyle Cozy Mystery #3
Read preview
Mark as finished
How to read the book after purchase
Font:Smaller АаLarger Aa

HOOFDSTUK TWEE

Wat zou er gebeurd kunnen zijn?

Een ongeluk?

Een… moord?

Alsjeblieft niet nog een keer!

“Carol?” vroeg Lacey met schorre stem.

De angstige blik in Carols ogen terwijl ze door de winkel ijsbeerde stuurde bliksemschichten van paniek door Lacey’s lijf. Haar maag begon zich om te draaien, alsof ze haar tweedehands Volvo van de klif had gereden en ze richting de zee stortte. Ze voelde dat haar handen begonnen te trillen terwijl een serie herinneringen haar gedachten binnendrongen: Iris’ lichaam op de vloer van haar landhuis; Bucks met zand besmeurde mond terwijl bij bewegingsloos op het strand lag. De voorbijflitsende beelden werden ineens vergezeld door het plotselinge gekrijs van sirenes en afschuwelijke krakende geluid van de zilverkleurige deken die de paramedici om haar schouders sloegen. Uiteindelijk hoorde ze de stem van Hoofdinspecteur Turner, wiens waarschuwing nog altijd door haar hoofd galmde. “Blijf in de stad, oké?”

Lacey greep de toonbank vast om zichzelf staande te houden en zette zich schrap voor het nieuws dat Carol op het punt stond te vertellen. Ze kon zich nauwelijks concentreren op de vrouw die nerveus door de winkel liep.

“Wat is er?” vroeg Gina ongeduldig. “Wat is er gebeurd?”

“Ja, laat alsjeblieft die bom vallen,” zei Taryn op verveelde toon terwijl ze achteloos met de Edison lamp zwaaide. “Sommigen van ons hebben meer te doen vandaag.”

Carol hield eindelijk op met ijsberen. Ze wendde zich tot de drie vrouwen, haar ogen rood.

“Er is…” begon ze stamelend. “Een… een… een opening van een B&B!”

Er verstreek een moment van stilte terwijl de drie vrouwen haar onthulling—of het gebrek daaraan—lieten bezinken.

“Ha!” riep Taryn uit. Ze klapte een briefje van twintig pond op de toonbank naast Lacey. “Ik laat deze crisis maar aan jou over. Bedankt voor de lamp.”

En met die woorden walste ze weg, de geur van een rokerig cederparfum in haar kielzog.

Toen ze weg was, richtte Lacey haar aandacht weer op Carol. Ze staarde haar ongelovig aan. Natuurlijk was een nieuwe B&B slecht nieuws voor Carol, die nu met nog meer concurrentie te maken zou krijgen, maar het maakte geen enkel verschil voor Lacey! En gezien de afschuwelijke rampspoed die het stadje had meegemaakt met de moord op Iris Archer en de meer recente moord op Buck, zou ze wel beter moeten weten dan schreeuwend rondrennen vanwege zoiets triviaals!

Lacey kon niets anders dan met haar ogen knipperen. Haar woede leek zelfs haar spraakvermogen te hebben stilgelegd. Maar met Gina’s loslippigheid was niets aan de hand.

“Dát is het?” brulde ze. “Een B&B? Je gaf me verdomme bijna een hartaanval!”

“Een B&B in Wilfordshire is afschuwelijk nieuws voor iedereen,” huilde Carol, fronsend vanwege Gina’s respons. “Niet alleen voor mij!”

“Is dat zo?” zei Lacey, die eindelijk haar stem had teruggevonden. “En waarom is dat?”

Carol wierp haar een gekwetste blik toe. “Huh, nou, ik had moeten weten dat jij het niet zou begrijpen. Je bent tenslotte een buitenstaander.”

Lacey werd witheet van woede. Waar haalde Carol het lef vandaan om haar een buitenstaander te noemen? Ze was hier pas een paar maanden maar had al op heel veel manieren een bijdrage geleverd aan het stadje! Haar winkel hoorde net zo goed thuis in de hoofdstraat als de andere zaken.

Ze deed haar mond open om te reageren, maar voordat ze de kans kreeg griste Gina een doos tissues van de toonbank en deed een stap naar voren, waardoor ze een fysieke barrière tussen haar en Carol creëerde.

“Waarom ga je niet even zitten?” zei Gina tegen de eigenaresse van de B&B. “Laten we het even doornemen.”

Toen wierp ze Lacey een blik toe die zei, Laat dit maar aan mij over, want jij staat op het punt te ontploffen.

Ze had gelijk. De paniek die Carols non-event had getriggerd begon weg te ebben, maar ze had er absoluut niet op zitten wachten. En ze had er al helemaal geen behoefte aan om door Carol een buitenstaander genoemd te worden. Als iets Lacey op stang kon jagen, dan was dat het wel.

Terwijl Gina Carol naar een rode lederen loveseat leidde en haar een papieren zakdoekje aanbood—“Hier. Neem deze voor je snot”—liep Lacey weg. Ze haalde een paar keer diep adem. Chester keek naar haar op en piepte meelevend.

“Ik ben oké, jochie,” zei ze tegen hem. “Alleen een beetje van streek.” Ze bukte zich en aaide zijn kop. “Ik ben oké nu.”

Chester jankte, alsof hij dat met tegenzin accepteerde.

Bemoedigd door zijn steun liep Lacey terug naar de loveseat om erachter te komen wat er nu echt aan de hand was.

Carol zat inmiddels voluit te huilen. Gina rolde met haar ogen tot haar stalen blik die van Lacey ontmoette. Lacey gebaarde naar haar en Gina stond snel op.

Lacey nam plaats naast Carol. Het ontwerp van de loveseat dwong haar om been aan been met de vrouw te zitten; veel dichterbij dan Lacey anders gedaan zou hebben.

“Het is de schuld van die verdomde nieuwe burgemeester,” jammerde Carol. “Ik wist wel dat hij problemen zou veroorzaken!”

“De nieuwe burgemeester?” zei Lacey. Ze wist niets over dat er een nieuwe burgemeester was.

Carol keek Lacey met bloeddoorlopen ogen aan. “Hij heeft de bestemmingsplannen van de oostelijke kant van de stad gewijzigd. Dat hele gebied voorbij de kanoclub is veranderd van residentieel naar commercieel! Hij gaat een winkelcentrum laten bouwen! Vol met afschuwelijke, sfeerloze winkelketens!” Ze klonk steeds meer verontwaardigd. “Hij wil een waterpark laten bouwen! Hier! In Wilfordshire! Waar het twee-derde van het jaar regent! En daarna wil hij een monsterlijke uitkijktoren laten bouwen. Die gaat het hele uitzicht verpesten!”

Lacey luisterde naar Carols tirade, hoewel ze niet begreep waarom dat allemaal zo’n probleem was. Op dit moment kwam er vrijwel niemand voorbij de kanoclub. Het was praktisch dode ruimte. Zelfs het strand aan die kant van de stad was uitgestorven. Het ontwikkelen van een nieuw gebied leek haar een goed idee, zeker als er een mooie B&B was waar mensen terecht konden. En het zou ook gunstig zijn voor alle ondernemers in de hoofdstraat, omdat het meer toeristen zou aantrekken.

Lacey keek op naar Gina om te zien of ze in haar ogen misschien een aanwijzing aantrof over waarom dit zo’n enorme crisis zou moeten zijn. Maar Gina kon de grijns op haar gezicht nauwelijks verbergen. Ze dacht duidelijk dat Carol overdramatisch was en als Gina dat dacht, dan had je echt een probleem!

“Ze is een of andere streber uit Londen,” vervolgende Carol haar tirade. “Tweeëntwintig jaar oud. Net klaar met de universiteit!”

Ze pakte nog een papieren zakdoekje uit de doos en snoot luidruchtig haar neus, waarna ze het doorweekte ding aan Gina overhandigde. De grijns op Gina’s gezicht was meteen verdwenen.

“Hoe kan een tweeëntwintigjarige nu een B&B beginnen?” zei Lacey. Er klonk bewondering in haar stem, in plaats van de minachtig die Carol blijkbaar voelde.

“Rijke ouders, natuurlijk,” sneerde Carol. “Haar ouders hadden dat enorme bejaardenhuis in de heuvels. Weet je welke ik bedoel?”

Lacey kon het zich vaag herinneren, hoewel ze nauwelijks nog die kant op was geweest. Van wat ze zich kon herinneren was het een heel groot landgoed. Er zou een enorme renovatie nodig zijn om het verouderde bejaardenhuis in een B&B te veranderen, om nog maar niet te spreken over de infrastructuur. Het was dik een kwartier lopen vanuit de stad en er waren maar twee bussen die door dat gedeelte van de kustlijn reden. Het leek hoog gegrepen voor een tweeëntwintigjarige.

“Hoe dan ook,” vervolgde Carol. “Die ouders besloten om vervroegd met pensioen te gaan en hun portfolio te verkopen, maar hun kinderen mochten elk één accommodatie uitkiezen om mee te doen wat ze wilden. Kun je je voorstellen dat je tweeëntwintig bent en dat je een pand kríjgt? Ik heb me in het zweet moeten werken om mijn eigen onderneming te kunnen starten en nu komt juffrouw Dinges gewoon binnenwandelen en ze heeft het al voor elkaar.” Ze knipte agressief met haar vingers.

“Dan hebben we nog geluk dat ze heeft besloten om er een B&B van te maken,” zei Gina. “Als ik op haar leeftijd zo’n enorm huis had gekregen, dan zou ik er waarschijnlijk een 24/7 nachtclub van gemaakt hebben.”

Lacey kon het niet helpen en barstte in lachen uit. Maar Carol begon weer te huilen.

Op dat moment besloot Chester om eens te komen kijken wat er allemaal aan de hand was. Hij liet zijn kop in Carols schoot rusten.

Wat een lieverd, dacht Lacey.

Chester wist niet dat Carol dramatisch deed om niets. Hij dacht gewoon dat ze een mens in de stress was die wat troost verdiende. Lacey besloot om een voorbeeld aan hem te nemen.

“Het klinkt alsof je je druk maakt om niets,” zei ze zachtjes tegen Carol. “Jouw B&B is iconisch. De toeristen zijn net zo dol op het Barbie-roze huis op de hoofdstraat als op Toms etalage-sculpturen van macarons. Een luxe B&B kan niet op tegen jouw klassieke pand. Het heeft een eigenzinnige stijl en dat spreekt de mensen aan.”

Lacey moest Gina’s gegrinnik negeren. Eigenzinnig was een zorgvuldig geformuleerd woord voor het beschrijven van alle flamingo’s en palmbladeren. Ze kon zich wel voorstellen hoe Gina het beschreven zou hebben: ordinair, kitsch, opzichtig…

Carol keek met betraande ogen naar Lacey op. “Denk je dat echt?”

“Ik weet het zeker! En bovendien heb jij iets dat juffrouw Dinges niet heeft. Lef. Vastberadenheid. Passie. Jij hebt de B&B niet op een presenteerblaadje aangeboden gekregen, of wel? En welke tweeëntwintigjarige Londense wil er nu echt settelen in Wilfordshire? Ik durf te wedden dat juffrouw Dinges snel verveeld raakt en de wijde wereld weer intrekt.”

“Of terug gaat naar Londen,” grapte Gina. “Dat ze teruggaat naar… oh, laat maar.”

 

Carol kwam weer een beetje tot zichzelf. “Dank je, Lacey. Ik voel me al een stuk beter.” Ze stond op en aaide Chester over zijn kop. “Jij ook bedankt, lieve hond.” Ze veegde de laatste tranen met een tissue van haar wangen. “Goed, ik kan maar beter weer aan het werk gaan.”

Ze stak haar kin in de lucht en vertrok zonder nog een woord te zeggen.

Zodra de deur achter haar dicht viel, begon Gina te lachen.

“Serieus,” riep ze uit. “Die vrouw moet leren de realiteit onder ogen te zien. Als ze denkt dat een tweeëntwintigjarige nieuweling een bedreiging is, dan zit ze echt in het verkeerde vak. Jij en ik weten allebei dat die Londense meid pleite is zodra ze genoeg geld bij elkaar heeft om een loft in Chelsea te kopen.” Ze schudde haar hoofd. “Vind je het goed als ik nu pauze neem? Ik heb mijn portie opwinding wel weer gehad.”

“Ga je gang,” zei Lacey terwijl de bel boven de deur rinkelde. “Ik handel dit wel af.”

Gina klopte op haar knieën om Chesters aandacht te trekken. “Kom op, jochie, even wandelen.”

Hij sprong op en de twee liepen naar de deur. De kleine, slanke jonge vrouw die zojuist was binnengekomen deed een grote stap naar links, op een manier die zei dat ze bang was voor honden.

Gina knikte beleefd naar haar. Ze had geen aandacht voor mensen die niet van huisdieren hielden.

Zodra de deur achter Gina en Chester was dichtvallen, leek het meisje zich te ontspannen. Ze liep op Lacey af. Ze droeg een patchwork rok en een oversized gebreid vest, een outfit die net zo goed uit Gina’s kast had kunnen kopen.

“Kan ik je helpen?” vroeg Lacey aan haar.

“Ja,” zei de jonge vrouw. Ze had een kalme energie om zich heen. Haar muisbruine haar dat losjes over haar schouders hing droeg bij aan haar jonge uitstraling, en haar grote ogen deden Lacey denken aan een konijn dat in je koplampen keek. “Jij bent Lacey, toch?”

“Dat klopt.”

Lacey voelde zich altijd wat ontdaan als mensen haar naam bleken te kennen. Zeker sinds het voorval met Brooke…

“Ik ben Suzy,” zei het meisje, die haar hand naar Lacey uitstak. “Ik open een B&B aan de kust. Iemand gaf me jouw naam en zei dat jij de beste was voor meubels.”

Lacey wenste dat Gina er nog was zodat ze een verbaasde blik met haar kon uitwisselen, maar helaas, ze was alleen, dus ze schudde het meisje de hand. Ze kon niet helemaal bevatten dat dit kleine meisje de rijke Londense afgestudeerde was die Carol zo overstuur had gemaakt. Ze leek nauwelijks ouder dan zestien en was zo timide als een muis. Ze zag eruit alsof ze onderweg was naar de kerk, niet alsof ze op het punt stond een eigen zaak te openen.

“Waar ben je precies naar op zoek?” vroeg Lacey, die haar verbazing met beleefdheid probeerde te verhullen.

Het meisje haalde blozend haar schouders op. “Om eerlijk te zijn weet ik dat nog niet echt. Het enige dat ik weet is dat ik niets moderns wil. Het landgoed is veel te groot voor modern. Het zou te zakelijk en zielloos voelen, snap je? Het moet gezellig voelen. Luxe. Uniek.”

“Oké, waarom lopen we niet even door de winkel om te zien of je wat inspiratie op kunt doen?” zei Lacey.

“Dat is een goed idee!” antwoordde Suzy met een jeugdige en enthousiaste glimlach.

Lacey leidde haar naar de Steampunk hoek. “Ik heb in New York veertien jaar als de assistente van een interieurontwerper gewerkt,” legde ze uit terwijl Suzy de planken begon af te speuren. “Het zal je verbazen waar je inspiratie uit kunt halen.”

Suzy staarde nieuwsgierig naar het aquanautenpak. Ineens had Lacey een visioen van een B&B in steampunk-thema.

“Laten we deze kant op gaan,” zei ze haastig terwijl ze Suzy’s aandacht richting de Scandinavische hoek trok.

Maar niets in haar door Scandinavië geïnspireerde sectie leek Suzy op te winden, dus ze vervolgden hun weg door de winkel. Lacey had een behoorlijk uitgebreide collectie opgebouwd in de paar maanden sinds ze haar antiekzaak was begonnen.

Ze liepen door de Lampensteeg, om uiteindelijk in de Vintage Vallei terecht te komen.

“Zie je iets dat je aanspreekt?” vroeg Lacey.

Suzy krulde haar lippen, alsof ze onzeker was. “Niet echt. Maar ik weet zeker dat je iets kunt vinden.”

Lacey aarzelde. Het punt van de shop tour was om iets te vinden waar Suzy zich geïnspireerd door voelde, niet zij!

“Sorry,” zei Lacey een beetje verbijsterd. “Wat bedoel je?”

De jonge vrouw rommelde druk in haar stoffen tas en leek haar niet te horen. Ze haalde een agenda tevoorschijn, bladerde erdoorheen en klikte toen een pen in. Ze keek Lacey verwachtingsvol aan. “Ben je morgen beschikbaar?”

“Beschikbaar waarvoor?” vroeg Lacey, wiens verwarring alleen maar toenam.

“De renovatie,” zei Suzy. “Heb ik niet…?” Ze dwaalde af en haar wangen kleurden rood. “Shit. Sorry.” Snel stopte ze de pen en agenda terug in haar schoudertas. “Dit zakendoen is nieuw voor me. Ik doe alles steeds in de verkeerde volgorde. Laat me bij het begin beginnen. Mijn plan is om de B&B op tijd in te richten voor de luchtshow en…”

“Wacht even,” onderbrak Lacey haar. “Welke luchtshow?”

“Dé luchtshow,” herhaalde Suzy.

Afgaande op de frons die tussen haar wenkbrauwen was verschenen, concludeerde Lacey dat het Suzy’s beurt was om verbaast te zijn.

“Volgende week zaterdag?” vervolgende de jonge vrouw. “Red Arrows? Castle of Brogain? Je weet echt niet waar ik het over heb?”

Lacey was met stomheid geslagen. Suzy had net zo goed een andere taal kunnen spreken. “Je hebt waarschijnlijk al aan mijn accent gehoord dat ik hier niet vandaan kom.”

“Nee, natuurlijk.” Suzy bloosde weer. “Nou, er worden regelmatig luchtshows georganiseerd in het VK. Er zijn shows langs de hele kust, maar die in Wilfordshire is speciaal vanwege Brogain Castle. De Red Arrows vliegen er in een spannende formatie overheen en elke fotografiestudent wil daar een zwart-wit foto van schieten. Het contrast van oude oorlog en nieuwe oorlog.” Ze gebaarde druk met haar handen en giechelde. “Dat weet ik omdat ik zelf ooit een van die studenten was.”

Wel vier jaar geleden, dacht Lacey.

“Er komen ook een miljoen andere professionele fotografen op af,” vervolgde Suzy op een manier die Lacey duidelijk maakte dat ze een nerveuze ratelaar was. “Het is een soort wedstrijd. Iedereen wil DE foto schieten, de foto die de bureau voor toerisme zal kopen. En dan zijn er nog de mensen die hun respect willen betuigen aan hun voorvaderen. En alle gezinnen die gewoon willen kijken naar de vliegtuigen die loopings vliegen.”

“Ik denk dat ik me eens in de plaatselijke geschiedenis moet verdiepen,” zei Lacey, die zich een beetje stom voelde.

“Oh, ik ben gewoon een geschiedenis nerd, dat is alles,” grapte Suzy. “Ik denk graag aan hoe mensen een paar generaties geleden leefden. Ik bedoel, het is helemaal niet zo lang geleden dat mensen wild schoten voor hun avondeten! Met name de Victoriaanse tijd fascineert me.”

“Victoriaans…” herhaalde Lacey. “Schieten.” Ze knipte met haar vingers. “Ik heb een idee!”

Er was iets aan het enthousiasme in Suzy’s grote ogen dat de stoffige radertjes in Lacey’s interieurontwerpster-geest weer aan het draaien had gekregen. Ze leidde Suzy naar de veilingzaal en toen door de gang naar het kantoor.

Suzy keek geïntrigeerd toe terwijl Lacey de kluis opende en de houten kist met het flintlock geweer tevoorschijn haalde. Ze klikte de sluitingen open, tilde het deksel op en haalde zorgvuldig het antieke wapen eruit.

Suzy haalde scherp adem.

“Inspiratie voor je B&B,” zei Lacey. “Victoriaans jachthuis.”

“Ik…” stamelde Suzy. “Het is…”

Lacey wist niet of ze verontwaardigd of verwonderd was.

“Geweldig!” dweepte Suzy. “Dat is een briljant idee! Ik zie het al voor me. Blauwe ruitjes. Fluweel. Corduroy. Een open haard. Houten panelen.” Haar ogen werden nog groter.

“En dát is nu inspiratie,” zei Lacey tegen haar.

“Hoeveel kost het?” vroeg Suzy enthousiast.

Lacey twijfelde. Ze had niet de intentie om het cadeau van Xavier te verkopen. Ze had het alleen laten zien als creatieve springplank.

“Het is niet te koop,” zei ze.

Suzy trok een pruillip.

Toen herinnerde Lacey zich wat Gina over Xavier had gezegd. Als Gina dacht dat het geweer te veel was, wat zou Tom er dan wel niet van denken als hij erachter kwam? Misschien was het inderdaad beter om het wapen gewoon aan Suzy te verkopen.

“…Nog niet,” voegde Lacey eraan toe. “Ik wacht nog op wat papierwerk.”

Suzy’s gezicht klaarde op. “Dus ik kan het reserveren?”

“Dat mag zeker,” zei Lacey glimlachend.

“En jou?” vroeg Suzy giechelend? “Mag ik jou ook reserveren? Als de interieurontwerpster? Alsjeblieft!”

Lacey aarzelde. Ze deed geen interieurontwerp meer. Dat deel van haar leven had ze in New York achtergelaten, bij Saskia. Haar focus lag nu op het kopen en verkopen van antiek, op veilingen en de groei van haar zaak. Ze had geen tijd om voor Suzy te werken en tegelijkertijd haar winkel te runnen. Tuurlijk, ze kon Gina de leiding geven, maar nu er zoveel toeristen waren leek het niet verstandig om haar alleen in de winkel te zetten.

“Ik weet het niet,” zei Lacey. “Ik heb nogal veel op mijn bord hier.”

Suzy raakte verontschuldigend haar arm aan. “Natuurlijk. Ik begrijp het. Wat vindt je ervan om morgen langs te komen en het huis eens te bekijken? Zien of je het project wil aannemen als je er een beter gevoel bij hebt?”

Lacey betrapte zichzelf erop dat ze knikte. Na alles dat er met Brooke was gebeurd, had ze gedacht dat ze voorzichtiger zou zijn om nieuwe mensen in haar leven toe te laten. Maar misschien moest ze al die narigheid gewoon verwerken. Suzy had een aanstekelijke persoonlijkheid waar ze zich gemakkelijk door kon laten meeslepen. Ze zou een goede zakenvrouw zijn.

Misschien had Carol toch reden om zich zorgen te maken.

“Het kan geen kwaad om even te komen kijken, toch?” zei Lacey.

Over een week zou Lacey zich dit moment met Suzy herinneren. En dan zou de uitspraak beroemde laatste woorden bij haar opkomen.

HOOFDSTUK DRIE

Lacey reed in haar champagnekleurige Volvo langs de kust. Ze had de ramen open en voelde de warmte van het zachte middagzonnetje. Ze was onderweg naar het voormalige bejaardenhuis dat spoedig in Wilfordshire’s nieuwste B&B getransformeerd zou worden en er lag een verrassing voor Suzy op de passagiersstoel. Het was niet Chester—haar trouwe viervoeter lag veel te lekker te slapen in de zon om gestoord te worden en Lacey was er bovendien zeker van dat Suzy bang was voor honden—maar het flintlock geweer.

Lacey wist niet of het een goed idee was om er afstand van te doen. Als ze het in haar handen had voelde het alsof het van haar was, alsof het universum haar vertelde dat ze ervoor moest zorgen. Maar ze kon Gina’s woorden over Xaviers intenties maar niet van zich af schudden.

“Het is nu toch al te laat,” verzuchtte Lacey. Ze had al beloofd het geweer aan Suzy te verkopen en het zou behoorlijk onprofessioneel zijn om nu op de verkoop terug te komen vanwege niets meer dan een gevoel!

Op dat moment passeerde Lacey Brooke’s oude theehuis. Alles was dichtgespijkerd. Al die moeite om de oude kanoschuur in een chique eetgelegenheid te transformeren was voor niets geweest.

De gedachte aan Brooke maakte Lacey gespannen. Daar had ze absoluut geen behoefte aan nu ze zich ook al schuldig voelde over het feit dat ze afstand deed van het geweer.

Ze trapte het gaspedaal in, hopend dat ze die vervelende gevoelens zo achter zich kon laten.

Al snel bereikte Lacey de oostkant van de stad. Dit was het minder bevolkte deel, nog niet beïnvloed door de vele winkels die zich in de rest van de stad bevonden. Dit was het gebied dat burgemeester Fletcher volgens Carol niet ten goede zou veranderen.

Toen zag Lacey de afslag die naar het voormalige Sunrise bejaardenhuis leidde. Ze reed de hobbelige weg op, die omhoogliep en aan weerszijden werd omgeven door berken die zo hoog waren dat ze een soort donkere tunnel creëren.

“Dat is helemaal niet onheilspellend…” zei Lacey sarcastisch. “Helemaal niet.”

Gelukkig werd de begroeiing al snel dunner en bereikte het daglicht haar weer.

Lacey ving de eerste glimp op van het huis dat in de heuvels lag. Terwijl ze het exterieur evalueerde, schakelde haar interieurontwerpersgeest onmiddellijk in de versnelling. Het was een relatief modern uitziend, drie verdiepingen tellend landhuis van rode bakstenen. Vermoedelijk gebouwd in de jaren dertig en door de jaren heen gemoderniseerd. De oprit en de parkeerplaatsen waren gemaakt van grijs beton—functioneel maar afzichtelijk. De ramen van het landhuis hadden dikke kunststof kozijnen—prima om inbrekers buiten de deur te houden, maar niet bepaald een lust voor het oog. Er zou meer nodig zijn dan een paar strategisch geplaatste struiken om het exterieur eruit te laten zien als een Victoriaans jachthuis.

 

Niet dat dat Lacey’s probleem was. Ze had nog niets besloten met betrekking tot Suzy’s aanbod. Ze wilde eerst Tom om advies vragen, maar hij werkte tot laat door om een last minute bestelling van regenboog-cupcakes te maken voor het jaarlijkse zomerfeest van de plaatselijke YMCA. Ze had ook een berichtje in de groep gestuurd die ze deelde met haar moeder en zusje. Van de eerste had ze een “Niet te hard werken” als antwoord gekregen, van de tweede een “als ze goed betaalt, ga ervoor”.

Lacey parkeerde haar auto op de betonnen parkeerplaats en liep toen de trap op langs een grote, afzichtelijke rolstoelhelling. Het feit dat het pand toegankelijk was voor mindervaliden—iets dat binnen waarschijnlijk niet anders was—zou een groot voordeel zijn. Carols B&B en het Coach House Inn waren beide ongeschikt voor mindervaliden en hadden ook geen externe toegangsmogelijkheden vanaf de geplaveide straatjes. Binnen waren er alleen smalle trappen en geen liften.

Bovenaan de trap bereikte Lacey een grote, glazen, conservatorium-achtige veranda. Die was zo jaren negentig dat het haar aan een buurthuis herinnerde.

De deuren schoven open en ze ging naar binnen. Daar werd ze verblind door het enorme oppervlak van linoleum, felle tl-buizen aan het plafond en smakeloze wachtkamer-luxaflex voor de ramen. In de hoek naast een aantal zoemende drankautomaten stond een luidruchtig bubbelende waterkoeler.

Dus Suzy had onderschat hoeveel werk er hier te doen was.

“Lacey! Hey!” klonk de vrolijke stem van de jonge vrouw.

Lacey tuurde om zich heen en zag haar achter de receptie—een enorm, nephouten gedrocht dat uit hetzelfde materiaal als het pand gegoten leek te zijn.

“Ik was net bezig met het uitvogelen van de stroomvoorziening hierachter,” legde Suzy uit. “Greg, de evenementenplanner, wil weten hoeveel stroompunten er beschikbaar zijn. Hij is echt een draak. Als ik meer tijd had, zou ik iemand anders inhuren. Maar we kunnen nu niet kieskeurig zijn. Dus ik moet het maar met Grumpy Greg doen.” Ze grijnsde.

“Waar heb je een evenementenplanner voor nodig?” vroeg Lacey.

“Voor het openingsfeest natuurlijk,” zei Suzy.

Voordat Lacey de kans kreeg om daar meer over te vragen, kwam Suzy achter de grote receptie vandaag en omhelsde haar. Dat verraste Lacey. Maar ondanks het feit dat ze elkaar nauwelijks kenden, voelde het heel natuurlijk. Het was alsof de jonge vrouw een oude vriendin was, ook al hadden ze elkaar nog geen vierentwintig uur geleden ontmoet.

“Wil je een kop thee?” vroeg Suzy. Toen bloosde ze. “Sorry, je bent Amerikaans. Dan wil je zeker koffie?”

Lacey grinnikte. “Ik ben eigenlijk wel van thee gaan houden sinds ik hierheen ben verhuisd. Maar ik hoef niets, dank je wel.” Ze deed haar best om haar blik niet naar de drankautomaat te laten gaan en te denken aan de waterige, ondermaatse thee die daar waarschijnlijk uit zou komen. “Ik ben benieuwd naar de tour.”

“Je verspilt geen tijd, dat bevalt me wel,” zei Suzy. “Oké, nou dit is natuurlijk de foyer.” Ze spreidde haar armen en grijnsde enthousiast. “Zoals je waarschijnlijk wel kunt zien is het een soort conservatorium dat ze in de jaren negentig hebben toegevoegd. Ik heb geen idee hoe ik dit eruit kan laten zien als een Victoriaans jachthuis, behalve alles tegen de vlakte gooien, dus daar heb ik jouw expertise voor nodig, denk ik. Ik bedoel, áls je besluit om voor me te komen werken.” Ze giechelde en gebaarde naar een dubbele deur. “Deze kant op.”

Ze gingen een lange, schemerige hal in. Er waren een aantal glimmende plastic bordjes in de muur geschroefd, die aangaven welke kant je op moest voor de “Tv-ruimte,” “Eetzaal,” “Tuin,” en “Zusterpost.”

Er hing een hele uitgesproken geur, een beetje zoals talkpoeder.

Lacey trok haar neus op. Het begon tot haar door te dringen wat een enorme onderneming dit zou zijn. Ze had het gevoel dat het te veel was om aan te nemen.

Ze volgde Suzy de tv-ruimte in. Het was een enorme ruimte, schaars gemeubileerd en voorzien van hetzelfde linoleum op de vloer. De wanden waren bedekt met textuurbehang.

“Ik denk dat we hier maar de zitkamer van moeten maken,” begon Suzy. Ze liep door de ruimte, haar kleurrijke zigeuner rok zwierend rond haar benen. “Ik wil een open haard. Volgens mij staat er eentje achter deze alkoof. En we kunnen wat mooie rustieke antiquiteiten in deze hoek zetten.” Ze gebaarde vaag met haar armen. “Of die. Wat je wil.”

Lacey voelde zich steeds onzekerder. Het werk dat Suzy wilde dat ze deed was meer dan alleen maar interieurontwerp! Ze had de indeling nog niet eens klaar. Maar ze leek een dromer te zijn en dat was iets waar Lacey alleen maar bewondering voor kon hebben. Het zou immers niet de eerste keer zijn dat Lacey zichzelf ergens in stortte zonder enige ervaring te hebben en het risico dat ze de vorige keer had genomen had goed uitgepakt. Aan de andere kant had Lacey niemand om zich heen gehad om haar met beide benen op de grond te houden. Behalve haar moeder en Naomi—die een oceaan en een tijdsverschil van vijf uur van haar verwijderd waren—was er niemand geweest om haar te vertellen dat ze gestoord was. Maar om daadwerkelijk degene te zijn die toekeek hoe iemand zich halsoverkop in een vrijwel onmogelijke opgave stortte… Lacey wist gewoon niet of ze dat wel kon. Ze kon het niet verdragen om iemand haar roze bril van haar neus te slaan en haar dromen in duigen te laten vallen, maar ze was ook niet het type dat wilde toekijken terwijl het schip zonk.

“Vanaf hier kom je in de eetzaal,” zei Suzy luchtig. Ze leidde Lacey snel naar de volgende ruimte. “Dit moet de eetzaal maar blijven, want daar heb je direct toegang tot de keuken.” Ze wees naar een klapdeur aan haar rechterkant. “En hier heb je het beste uitzicht op de zee en de tuin.”

Lacey merkte dat Suzy al praatte alsof ze de klus zou aannemen. Ze beet huiverend op haar lip en liep naar de glazen schuifdeuren die de hele wand besloegen. De tuinen, hoewel meerdere hectare groot, bestonden uit niets meer dan grasvelden en een paar sporadisch geplaatste bankjes met een uitzicht op zee.

“Gina zou dit fantastisch vinden,” zei Lacey over haar schouder, zoekend naar iets positiefs.

“Gina?” vroeg Suzy.

“De vrouw die voor me werkt. Pluizig haar. Rode bril. Regenlaarzen. Ze heeft echt groene vingers. Dit zou als een leeg canvas zijn voor haar.” Ze keek Suzy aan. “Ze probeerde me de kunst van het tuinieren bij te brengen, maar ik denk dat er nog teveel van New York City in me zit voor het plantenleven.”

Suzy lachte. “Nou, als het tijd is om de tuin aan te pakken dan zal ik Gina eens een belletje geven.”

Suzy vervolgde de tour—door de keuken, terug de gang door, naar de lift en omhoog naar een van de slaapkamers.

“Ze zijn erg ruim,” vertelde Suzy haar terwijl ze Lacey naar binnen wenkte.

“Zeg dat wel,” antwoordde Lacey, die in haar hoofd al aan het berekenen was hoeveel meubilair er nodig was om de ruimtes op passende wijze in te richten.

Ze zouden meer nodig hebben dan de bedden, kasten en nachtkastjes die de kamers van een doorsnee B&B hadden. Deze kamers waren groot genoeg voor een aparte zithoek met bank, fauteuil en salontafel en voor een kleedruimte met een dressoir. Lacey kon het zich wel voorstellen, maar het zou verdomd veel coördinatie vergen om alles op tijd klaar te krijgen voor de luchtshow op zaterdag.

“En hoeveel kamers zei je dat er waren?” vroeg ze. Ze tuurde nerveus de donkere gang in, die aan weerszijden voorzien was van deuren. Ze wilde Suzy niet laten zien hoeveel werk er nodig was om deze plek op orde te krijgen, dus toen ze zich omdraaide probeerde ze een positieve blik op haar gezicht te toveren.

“In totaal is er vierhonderd vierkante meter aan accommodatie,” legde Suzy uit. “Zes slaapkamers en een bruidssuite. Maar we hoeven niet alles in één keer te doen. Alleen de zitkamer, eetzaal en een paar slaapkamers. Twee of drie om mee te beginnen, denk ik.”

Ze klonk zo ontspannen, ondanks het feit dat ze niet precies wist hoeveel slaapkamers ze wilde inrichten.

Other books by this author